Terug naar de 16e eeuw
DE DRAAK TERUG NAAR ZIJN 16E EEUWSE HOOGTE :
Dat De Draak niet al te lang geëxploiteerd kon worden met twee zeer verschillende kamertypes was mij al van het begin af wel duidelijk .
Ik begon dus al in oktober 1985 met Jan Weyts plannen te maken om De Draak weer zijn originele hoogte te geven , dat was ook noodzakelijk om de omzet te verhogen ( economy of scale ) . Daarvoor moesten wel enkele hobbels genomen worden nml. toestemming van de Gemeente , maar nog belangrijker , van de Rijksdienst Monumentenzorg .
De zaak draaide voorspoedig en ik kreeg een behoorlijke eenmalige subsidie vanwege de vorige restauratie , intussen kon ik ook “ onnodige liquiditeiten “ op een kort termijndeposito “ parkeren “ hetgeen 13% !!!!! rente genereerde . Dat schoot op !!!!
De hypothecaire lening was afgesloten tegen 8% , daar kijkt men in 2017 – 2018 wel heel erg van op durf ik te stellen .
Er was tevens een fors aflossingsschema vastgelegd ; daarmee was ik het volstrekt eens , ik wilde zo snel mogelijk de zware top van de lening eraf hebben om verder te kunnen verbouwen .
Inmiddels waren de aanvragen ingediend en Jan en ik werden uitgenodigd om onze plannen toe te lichten bij de Rijksdienst in Zeist ; eerste gesprek was met de heer Dr. Klein bij wie we niet veel “ gehoor “ ontvingen ; later volgde een gesprek met de heer Dr. Van Dun die ik wel kon overtuigen van de noodzaak ervan “ Wil ik De Draak als oudste hotel van Nederland kunnen blijven exploiteren dan heb ik deze kamers gewoon nodig ; wil je kwaliteit kunnen garanderen voor de langere termijn dan heb je kwantiteit in omzet nodig en vooral logies omzet “ .
Dat overtuigde hem en hij zou het gemeente bestuur informeren dat er akkoord gegeven zou worden .
Zeer content met het resultaat reden Jan en ik terug naar het “ Jubelstadje “ aan de Schelde ; wij verkeerden in gelijke stemming .
We konden verder met onze plannen , rekensommen maken voor verbouwing en inrichting en een bestek schrijven . De aannemer zouden we direct zelf benaderen , het werd dus weer De Kok .
Inmiddels was er een “ aardig “ bedrag gespaard en kon ik richting bank die snel instemden , ik hoefde niet te overtuigen omdat deze plannen al in 1984 ter sprake waren gekomen en zij zagen het resultaat van de exploitatie vanaf dat moment .
De start van deze werkzaamheden was gepland in januari 1987 ; ik begon me “ bouwpastoor “ te voelen .
Aan de slag , ook de liftschacht moest opgehoogd worden om tot de een na hoogste etage te reiken , hetgeen ook een eis was voor de vier sterren classificatie .
Ik herinner me dat er een keer een flinke storm opstak , het gebouw lag gedeeltelijk open dus dat gaf meer dan gezonde spanning , uiteindelijk ging alles goed .
In maart 1987 ging de staalconstructie op het dak , dat was een indrukwekkend karwei , De Draak herrees in zijn 16e eeuwse hoogte !!!!
Tijdens de verbouwing moest ik met Jan over enkele smalle planken lopen om ter plekke zaken te bekijken en “ af te kaarten “ ; met hoogtevrees in het lijf was dat zeker niet “ my cup of tea “ maar het moest .
De verbouw / restauratie verliep voorspoedig en in juni hees Burgemeester Zevenbergen de vlag , het hoogste punt was bereikt en de Oud Hollandse pannen lagen op de kapconstructie ; De Draak was als een feniks na enkele eeuwen herrezen . Na amper twee maanden kon de steiger voor De Draak weg ; ik herinner me als de dag van gisteren dat ik met Wethouder Kees van Kemenade naar de “ nieuwe “ Draak stond te kijken “ Frans het lijkt wel alsof het altijd zo is geweest “ zei hij tegen me “ Wel Kees dan hebben Jan en ik een fraai staaltje werk geleverd , dat was ook de bedoeling zo “ was mijn reactie .
De enthousiaste reacties van veel Bergenaren waren niet van de lucht , na twee maanden waren alle nieuwe kamers gestoffeerd en ingericht en konden we de kamers in oktober 1987 in gebruik nemen ; er stond een 4 sterren hotel met 32 hotelkamers !!!
Ik was met het bouwgriep virus aangetast en liep regelmatig door het voormalige restaurant en op de tussenverdieping ; dit moet ook zo snel mogelijk aangepakt worden vond ik , dit is nog “ armoede “ .
Ik nam die tussenverdieping ( opslag-toiletten-wasserij en privé slaapkamertje ) goed in me op en , intussen met de nodige bouwervaring , bedacht ik dat er twee 2 persoonskamers en een suite in zouden passen , wilde ik echter voldoende hoogte in deze ruimtes krijgen dan moest het 18e eeuwse plafond in het restaurant zakken .
En moest ik tevens de toiletten begane grond , ontbijtkeuken en het uitgifte buffet in de St. Maartenzaal ook verplaatsen .
Nu had ik wel eens met de heer Oirbans gesproken over de eerste grote verbouwing en hij zei me toen “ nooit in die achterhoek van De Draak beginnen , is bouwkundig het slechtste deel , gaat je een vermogen kosten “ .
Die herinnering maakte mijn beslissing juist overtuigender voor mezelf : in De Draak kunnen geen slechte hoeken bestaan , dat gebeurt niet wat mij betreft !!!
Inmiddels was ik voor mijn gevoel niet alleen ondernemer en bouwpastoor maar veel meer RENTMEESTER van De Draak geworden en dat stemde tot bescheidenheid ; ik ben maar een “ passant “ in de rijke en lange historie van De Draak zo wist ik .
Jan en ik gingen aan de slag , de 18e eeuwse “ papier maché “ lambrisering ( imitatie Jacobijnse lambrisering ) zou niet behouden kunnen worden ( vond ik niet echt erg want hij was al veel teveel beschadigd in de loop van alle vorige decennia ) Die zou vervangen worden door een 18e eeuwse Slavonisch eiken lambrisering die ik bij een antiquair had weten te bemachtigen .
Opmetingen en rekenwerk door Jan Weyts wezen uit dat het ruimtelijk inpasbaar was .